Bruine bonensoep

Bereiding

1. Een dag van tevoren: Spoel de gedroogde bruine bonen goed af met koud water en doe ze in een ruime pan met water. Zorg dat ze royaal onderstaan. Laat de bonen een nacht weken.
2. Dag zelf: Spoel de bonen af met koud water en doe ze in een soeppan met ruim water. Breng aan de kook en zet het vuur dan laag met de deksel op de pan. Schep bovendrijvend schuim weg. Laat zachtjes pruttelen tot de bonen bijna gaar zijn.
3. Vul het vocht indien nodig aan tot 2 liter. Bind de helft van het bosje selderij bij elkaar met een stukje keukentouw. Voeg de bouillonblokjes, gesneden groenten, bij elkaar gebonden bosje selderij, laurierblad en rookspek toe aan de bonen en laat de soep zachtjes verder pruttelen, tot de bonen en groenten heel zacht zijn en het rookspek boterzacht is. Dit duurt zeker een uur. Warm de laatste 15 tot 20 minuten de rookworst mee in de soep.
4. Verwijder het bosje selderij en de laurierblaadjes uit de soep en haal het vlees eruit. Pureer de soep half, zodat de bonen en groenten nog deels zichtbaar blijven. Snijd het rookspek fijn en de rookworst in plakjes. Hak de overige selderij fijn. Voeg het vlees en de selderij toe aan de soep en warm nog even door.