Groentesoep met gehaktballetjes (zoals oma die vroeger maakte!)

Bereiding

Vleesbouillon trekken

Leg de mergpijpjes en schenkel in een ruime kookpan en voeg drie liter water toe. Voeg ook de ui met schil, laurierblaadjes, tijm, een stukje winterpeen en wat prei toe (de rest van de wortel en prei gebruik je later als garnering in de soep). Breng de soep aan de kook. Schep eventueel bovendrijvend schuim van de soep af met een schuimspaan, zo krijg je een mooie heldere bouillon. Zet het vuur laag zodra het water kookt en laat de soep 3 uur zachtjes trekken. Leg de deksel schuin op de pan.

Gehaktballetjes

Meng het gehakt met het ei en 2 tot 3 el paneermeel. Breng goed op smaak met zout, peper en een snufje nootmuskaat. Kneed het gehakt door door tot het stevig is en niet meer plakt, voeg anders wat extra paneermeel toe. Draai kleine gehaktballetjes van het gehakt. Zet de gehaktballetjes tot gebruik afgedekt in de koelkast.

Soep afmaken

Zeef de bouillon door een fijne zeef en doe terug in een schone pan. Het vlees van de schenkel kun je eventueel klein snijden en terug bij de gezeefde bouillon doen. De gezeefde soepgroenten en botten kunnen weg. Controleer hoeveel bouillon je in de pan hebt zitten en stem daar je bouillonblokjes op af. Omdat de bouillon al een krachtige smaak heeft kun je minder bouillonblokjes gebruiken dan normaal. Bovendien wil je niet dat de smaak van de bouillonblokjes gaat overheersen. Breng de bouillon aan de kook en voeg de bouillontabletten toe. Proef of je de bouillon krachtig genoeg van smaak vindt. Is de bouillon te flauw, voeg dan een extra bouillonblokje toe. Is de soep te krachtig voeg dan wat water toe.

Voeg de wortel, prei, bleekselderij en bloemkool toe aan de kokende bouillon en zet het vuur lager. Kook 2 minuten en voeg dan de gehaktballetjes toe. Kook nog circa 5 minuten zachtjes verder, of tot de groenten beetgaar en de gehaktballetjes gaar zijn. Roer tot slot de verse kruiden door de soep.