Witlofschotel met ham en kaas en mosterdpuree

Bereiding

Vet de ovenschaal in met wat boter.

Schil de aardappels en halveer ze. Kook de aardappels in een ruime pan met licht gezouten kokend water tot ze zacht zijn. Giet de aardappels af en stamp fijn tot een smeuïge puree met een scheut melk, de mosterd en de helft van de roomboter. Roer de helft van de peterselie door de puree en breng de puree verder op smaak met zout en peper. Verdeel de puree over de bodem van de ovenschaal.

Verwarm de ovengrill. Dit zijn de bovenste spiralen in de oven, bedoeld om gerechten te gratineren. Als je deze niet hebt, verwarm de oven (boven- en onderwarmte) dan voor op 200 graden.

Halveer de witlofstronken. Verhit een ruime koekenpan met de overige roomboter. Leg de gehalveerde witlofstronken op de snijkant naar beneden in de koekenpan. Bak de witlof enkele minuten op middelhoog vuur tot hij begint te kleuren en wat zachter is. Draai de witlof om en bestrooi met wat zout. Voeg een flinke kneep honing toe. Bak ook de andere kant van de witlof goudbruin. Draai de witlof nog een aantal keer om in het gekarameliseerde bakvet en zet het vuur uit.

Halveer de plakken beenham indien nodig, zorg dat je acht plakken beenham hebt die groot genoeg zijn om de witlof in te rollen. Leg op elk plakje beenham een witlofstronkje en rol op. Leg de ingewikkelde witlofstronken bovenop de aardappelpuree. Giet het gekarameliseerde bakvet uit de koekenpan over de witlof en bestrooi met de geraspte kaas.

Gratineer circa 8 minuten onder de hete ovengrill, of bak in de ‘gewone’ oven tot de kaas gesmolten en goudbruin is. Dit duurt circa 20 minuten. Bestrooi voor serveren met de overige peterselie.