Zuurkool met spek en casselerib

Bereiding

1. Doe de zuurkool in een vergiet en spoel af met koud water. Laat uitlekken.
2. Verhit een kookpan met de olie en roomboter en voeg de ui en de helft van de jeneverbessen en laurierblaadjes toe. Fruit op laag vuur tot de ui glazig en zacht is.
3. Verdeel de helft van de zuurkool en de overige jeneverbessen en laurierblaadjes over de ui. Breng op smaak met peper uit de molen. Leg de casselerrib en het zuurkoolspek op de zuurkool en verdeel hier de rest van de zuurkool overheen. Schenk de wijn (iets minder dan een halve fles) over de zuurkool.
4. Doe de deksel op de pan en breng de zuurkool aan de kook. Zet het vuur dan laag. Het vocht mag zachtjes pruttelen maar niet meer koken, net zoals bij stoofvlees. Laat 1,5 tot 2 uur zachtjes pruttelen tot de zuurkool zacht is en het vlees uit elkaar valt. Controleer halverwege de bereidingstijd dat er nog genoeg vocht in de pan zit. De bodem mag niet droog staan, voeg anders wat extra wijn toe.
5. Afhankelijk van de dikte van het vlees zal het één eerder gaar zijn dan het ander. Haal vlees dat gaar is uit de pan en dek af met een stuk aluminiumfolie. Als al het zuurkoolspek en de casselerib gaar zijn trek je het vlees met twee vorken uit elkaar en roer je het door de zuurkool. (Overtollig vet van het zuurkoolspek snijd ik weg en gebruik ik niet, maar voeg het gerust toe als je wilt. Het heeft veel smaak.)
6. Schil en rasp de aardappel en roer door de zuurkool en het vlees. Warm nog 10 minuten door zodat de aardappel kan garen. De geraspte aardappel bindt het vocht in de pan en maakt de zuurkool fluweelzacht.